“Het mooie van het beroep van huisarts heb ik altijd het laagdrempelige gevonden. Dichtbij de mensen, alle leeftijden en dan het ‘zinnig’ en ook ‘zuinig’ zorg verlenen. Dat ‘zinnig’ en ‘zuinig’ waren gevleugelde begrippen. Huisartsen in hun ‘eerste lijn’ (grofweg de zorg die buiten de ziekenhuizen wordt verleend) werden altijd als goedkope alternatieven gezien voor de relatief dure tweede lijn. De kosten voor de zorg rezen jaar na jaar verder de pan uit.”
schreef ik een half jaar geleden in De andere Krant.
Vanaf de pandemie in 2020 viel ik van de ene verbazing in de andere. Er werden kosten noch moeite gespaard om te zorgen dat niemand werd besmet met het virus. Er werden GGD teststraten ingericht, terwijl de IC niet meer overbelast was. Er werd geïnvesteerd in een grootschalige vaccinatiecampagne die zijn weerga niet kende. Er werd geïnvesteerd in BOA’s, terwijl er niets werd opgeschaald aan IC ‘bedden’ en al helemaal niets in ‘meer handen aan het bed’. Ook een leek kon zien dat dat het deze overheid niet te doen was om onze gezondheid.
Het meest verbaasd was ik over de oorverdovende stilte van de kant van artsen. Artsen leken grotendeels in te stemmen met de coronamaatregelen. Kritiek op het beleid was nauwelijks te horen. Begin 2021 begon de vaccinatiecampagne, maar genuanceerde voorlichting over deze nieuwe vaccins ontbrak. We werden als artsen wel voorgelicht, maar de voorlichting was nauwelijks beter dan wat de bevolking kreeg te horen over deze nieuwe techniek met mRNA en DNAvector vaccins.
In 2021 werd ik gevraagd columns te schrijven voor de nieuwe Andere Krant. 2021 was een bewogen jaar voor mij omdat ik nogal onder vuur lag. Op mijn werk bij een instelling kreeg ik via het management te horen dat het de bedoeling was dat ik patiënten niet afraadde het coronavaccin te nemen. Ook niet als zo’n patiënt mij om advies vroeg, hetgeen destijds de situatie was. Ik kreeg bezoek van de politie omdat een tweet van mij onrust zou hebben veroorzaakt op social media. Ook kreeg ik een intimiderende brief van de Inspectie voor de Volksgezondheid, dat ik desinformatie zou verspreiden. Mijn verzet werd niet gebroken, ik kreeg juist steeds meer medestanders. Andere artsen staken me een hart onder de riem. Mensen brachten bloemen, schreven me kaarten en brieven, mijn volgers op twitter werden er meer en meer.
Inmiddels zie ik in dat deze pandemie voorlopig niet voorbij is. Ik zag in dat het niet om de volksgezondheid ging, laat staan om de huisartsgeneeskunde. Voor wat betreft mijn vak is er niet veel veranderd in de spreekkamer. Geen enkele patiënt heeft mij op hoge toon gevraagd of ik wel gevaccineerd was. Bijna geen één patiënt wilde een mondkapje ophouden als in mijn spreekkamer bleek dat het kapje wel af mocht van de dokter.
Dit is mijn laatste column voor de Andere Krant. Ik heb met veel plezier mijn columns geschreven. Juist de afgelopen jaren heb ik -dankzij de censuur en demonisering- veel mensen ontmoet. Ik ontmoette hen op het Museumplein, tijdens de marsen van Verbinding en op bijeenkomsten in het land op geheime, gastvrije plekken voor iedereen. Ik kreeg nieuwe vrienden, ook in mijn eigen dorp Dalfsen en weet nu bij een volgende lockdown waar ik zonder gedoe een bakje koffie kan drinken.
Ik wil jullie danken voor het lezen van mijn columns en voor de bemoediging die ik ontving. Ik wens jullie moed, een goede gezondheid en verbinding toe. Want alleen samen kunnen wij elke pandemie en crisis overwinnen.